vormen van schade

Wanneer een persoon, een groep, samenleving, een ecosysteem door, bijvoorbeeld industriële stoffen, zodanig wordt beïnvloed dat deze in gezondheid, welzijn en ontwikkeling wordt geremd, zal, volgens traditie, vastgesteld moeten worden wie aansprakelijk is voor deze gevolgen. Niet alleen is de beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag vaak een moeilijke opgaaf, ook de schadevraag is soms al heel complex. Het gaat hier niet alleen om schade op korte termijn en afstand, maar ook schade op lange termijn en afstand. 
 
Ook bestaat een verschil tussen directe of rechtstreekse en indirecte of onrechtstreekse schade. Een voorbeeld van indirecte schade is de aantasting van het immuunsysteem door externe invloeden, waardoor kans op andere ziektes toeneemt. Andere voorbeelden zijn verlies van zelfredzaamheid, dat kosten voor extra hulp met zich meebrengt; of vermindering van psychische vermogens of inkomsten, waardoor de verdere ontwikkeling wordt verstoord.

Verder wordt onderscheid gemaakt tussen materiële en immateriële schade, al zijn deze vaak onafscheidelijk met elkaar verbonden. Onder materiële schade vallen vernielde goederen, medische kosten en verlies van inkomsten. Immateriële schade betreft verlies van levensvreugde door pijn, verdriet of angst. Bij verlies van een partner of kind wordt ook gesproken van affectieschade.
 
Heeft de schade betrekking op een persoon dan spreekt men van persoonsschade. Schade aan een groep kan afgeleid worden uit de persoonschade. Soms is juist studie van een hele groep nodig om de persoonschade vast te kunnen stellen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij moeilijk vast te stellen gezondheidseffecten van industriële stoffen. Sommige schade is ook typisch voor groepen. Denk daarbij aan isolatiegedrag als gevolg van discriminatie, of beroepsgebonden schade, zoals de door oplosmiddelen veroorzaakte schildersziekte (OPS).

Zowel de persoonschade als groepsschade hebben gevolgen voor de ontwikkeling van de samenleving. De kosten voor de samenleving zijn aanzienlijk. Hele bevolkingsgroepen kunnen aan de ontwikkeling onttrokken worden. Vooral wanneer een of meerdere generaties in hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling worden geremd door een oorlog of door chronische ziekteverschijnselen, veroorzaakt door veranderingen in leefstijl of door externe factoren zoals voortdurende belasting met industriële stoffen (diffuse milieuvervuiling).







Foto: In Vietnam hebben de huidige generaties gezondheidsproblemen, veroorzaakt door dioxinen in de ontbladeringsmiddellen 245-T en 24-D die de Amerikanen tijdens de 70-er jaren over het land hebben verspreid.
 
Ook schade aan ecosystemen (milieuschade) heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de samenleving. Langdurige vervuiling van grond- en oppervlaktewater, bodem en atmosfeer, en daarmee voeding, drinkwater en lucht, belemmeren de volksgezondheid. In een verstoord ecosysteem zijn energiekringlopen en andere relaties tussen soorten verstoord, waardoor plagen en ziektes toenemen. Ook verliest het ecosysteem haar (bufferende) werking op klimaatsinvloeden, waardoor overstromingen, droogtes e.d. toenemen. Verarming van de soortenrijkdom betekent ook een verlies van kennisbronnen.
 
Herstel, voorzorg en compensatie van milieuschade worden vaak gezien als een belemmering voor economische vooruitgang. Toch dwingen deze maatregelen de samenleving zich te bezinnen op de schadelijke neveneffecten van haar methoden.
De aanpassing van deze methoden blijkt juist een stimulans te zijn voor innovatie en economische activiteit.

Alle vormen van indirecte schade voor mens en samenleving worden op deze site uitgewerkt onder
“realistische indicatoren voor gezondheidsschade”.

1) www.justitie.nl