Tetracycline is een gifstof die wordt gemaakt door de bodembacterie Streptomyces aureofaciens (zie foto). Streptomycessoorten behoren tot de groep van draadvormige bacteriën of actinomyceten. Zij leven van dood organisch materiaal in de bodem. Door hun draadvorm kunnen ze eenvoudig over of door droge en voedselarme plekjes heen groeien. Wordt de te overbruggen afstand te groot, dan verplaatst de bacterie zich via sporen (zie bij A en B op de foto). Enkele soorten draadvormige bacteriën (Actinomyces spp.) leven ook in de mond en keel van de mens. |
Tetracyclinen zijn microbiële gifstoffen met een breed werkingsspectrum en zijn daardoor giftig voor veel soorten bacteriën. Ze zijn niet dodelijk, maar remmen de groei en voortplanting bij bacteriën door hun eiwitaanmaak te verstoren.
Naast tetracycline worden nog vier vrijwel identieke antibiotica onderscheiden: doxycycline, oxytetracycline, minocycline en chlortetracycline.
Het werkingsmechanisme van deze tetracyclinen is gelijk. Door kleine verschillen in de chemische structuur is de vetoplosbaarheid, en daarmee de toegang tot het vetmembraan van bacteriën, voor elk type verschillend.
Tetracyclinen zijn ontdekt in 1945 en vanaf hun introductie in 1948 zijn ze op grote schaal gebruikt, vooral tegen acné. Ze worden verder onder andere gebruikt voor de behandeling van bronchitis, urineweginfecties, tyfus, geslachtsziekten die zijn veroorzaakt door chlamydia soorten, gele koorts, bindvliesontsteking en cholera.
In de bio-industrie worden veel tetracyclinen gebruikt voor de behandeling van infecties. Daarnaast worden runderen, varkens en pluimvee op grote schaal routinematig met tetracyclinen behandeld om infecties te voorkomen. |
Foto varkens: Stg. Huize Aarde