De belevingswaarde en bruikbaarheid van kraanwater vermindert wanneer daarin regelmatig microverontreinigingen zoals medicijnen en hun omzettingsproducten worden aangetroffen. Zo wordt in Nederland in 30% van de drinkwatermonsters acetylsalycylzuur (Asperine) in concentraties boven de 50 ng/L aangetroffen 1). De detectielimieten van de gebruikte analysemethoden liggen echter nog te hoog (10 à 50 ng/L), waardoor de verontreiniging waarschijnlijk groter van omvang is. De universiteit van Ulm in Zuid-Duitsland heeft in 2001 met een zeer gevoelige analysemethodiek (tot femtogram per liter) aangetoond dat hormonen en hormoonachtige stoffen ook in het lokale leidingwater voorkomen. Het synthetisch pilhormoon ethinylestradiol (EE2) bereikte in dit water concentraties tussen de 0,15 en 0,5 nanogram per liter (gemiddeld 0,35 ng/L) 2). Wanneer in dit Duitse berggebied, met relatief schoon water, hormonen al in drinkwater zitten, kunnen we dit stroomafwaarts, in Nederland, ook verwachten. |
> gevolgen voor bodemkwaliteit