veterinaire diergeneesmiddelen (medicijnen) in het milieu


In Nederland zijn enkele duizenden veterinaire medicijnen verkrijgbaar, maar het gaat daarbij om slechts 200 actieve bestanddelen 1). Gebruiksgegevens van alle veterinaire medicijnen zijn in Nederland niet beschikbaar. Terwijl deze gegevens in Nederland wel in databases (vetCIS van de dierenartsen en MARAN van de universiteit Wageningen) opgesloten zitten. Een nadeel is dat nog niet alle dierenartsen hun gegevens in vetCIs invoeren. Ook de MARAN-database omvat niet alle veeteeltbedrijven.
 
Bekend is dat het bij veterinaire antibiotica jaarlijks om honderden tonnen gaat. Verwacht wordt dat naast antibiotica, antiparasitaire middelen het meest worden toegepast 2). Het betreft vooral ontwormingsmiddelen (met name ivermectinen en benzamidazolen, zoals flubendazol) bij varkens, koeien, paarden en kippen; en middelen tegen coccidiën (eencellige darmparasieten of protozoën) bij kippen. Voorbeelden van deze “coccidiostatica” zijn monensin-natrium en narasin. Deze middelen worden aan kippenvoer toegediend 3). Omdat in Nederland jaarlijks bijna een half miljard (490.000.000 in 20114)) vleeskuikens worden opgekweekt, gaat het om grote hoeveelheden coccidiostatica.
  
risico’s
 
a) Door het grootschalig geneesmiddelengebruik ontwikkelen de parasieten resistentie tegen deze middelen. Bij het vee, bij boeren, en in de bodem en het grond- en oppervlaktewater in veeteeltgebieden sterk verhoogde concentraties antibioticaresistente bacteriën en bacteriegenen aangetroffen. In tegenstelling tot antibioticaresistentie is resistentie bij darmwormen en darmprotozoën voor de mens niet gevaarlijk, omdat deze parasieten niet of nauwelijks bij de mens voorkomen. Omdat er maar weinig geneesmiddelen beschikbaar zijn, is de toenemende resistentie wel een risico voor de sector zelf. Op den duur heeft men geen medicijnen meer om de parasieten te bestrijden.
 
b) Grootschalig gebruik van medicijnen zoals antibiotica, ontwormingsmiddelen en coccidiostatica, vergroot de kans dat restanten van deze middelen in vlees, eieren en zuivelproducten terechtkomen. Regelmatig worden geringe hoeveelheden van veterinaire medicijnen aangetroffen in dierproducten.
 
c) Omdat deze middelen in het lichaam van de dieren nauwelijks worden afgebroken, bevat hun mest en urine hoge concentraties medicijnen en hun omzettingsproducten (metabolieten). Via urine en mest worden veterinaire medicijnen op en in de bodem gebracht. Met regenwater en beregeningswater komen veterinaire medicijnen in grond- en oppervlaktewater terecht. In kwekerijen van (sier)vis worden deze middelen direct in het oppervlaktewater gestrooid. Ook komen ze via landbouwstof in de lucht terecht. Met als gevolg dat veterinaire medicijnen in alle milieucompartimenten (atmosfeer, bodem, grondwater, oppervlaktewater) en ook in wilde organismen worden aangetroffen.
 
d) Via het oppervlaktewater en grondwater komen veterinaire medicijnen en antibiotocaresistente genen terecht in drinkwater. Daarnaast worden veterinaire medicijnen uit de bemeste bodem door voedselgewassen opgenomen en komen ook via deze route bij de mens en dier terug.

maatregelen
 
De aanwezigheid van deze biologisch actieve stoffen en antibioticaresistente bacteriën en bacteriegenen in alle milieucompartimenten, in drinkwater en in de voeding, tezamen met aanwijzingen voor gevolgen op het bodem- en waterleven, zijn voldoende reden voor het nemen van maatregelen ter vermindering van veterinaire medicijnen in de veeteelt en in het milieu.

kennisbehoefte

Deze pagina is gebaseerd op:
- Eikelenboom Dylan, Christel de Krom, Hetty Manenschijn, Verónica Ormea, Alie Stegerman, Ruben Vorderman 2012, Environmental side-effects of veterinary medicines - a review of the known effects of commonly used anthelmintic and anticoccidial drugs on the environment, Academic Consultancy Training, Wageningen University and Research Centre, and Stichting Huize Aarde.
- Jibichibi Bagsy, Sunita Khanal, Inge Regelink, Kanjana Tuantet, 2007, Green Health II - Veterinary Pharmaceuticals, Effects of Veterinary pharmaceuticals on the environment and solutions to decrease their emissions in the Netherlands, Academic Master Cluster, Universiteit Wageningen and Stichting Huize Aarde.

1) Jongbloed RH, Blankendaal VG, Dokkum HPV, Bernhard R, Rijs GBJ, 2001, Milieurisico’s van diergeneesmiddelen en veevoederadditieven in Nederlands oppervlaktewater; een verkennende studie, RIZA rapport 2001.053.
2) Jongbloed et al, 2001; FIDIN, 2007, Vereniging van producenten en importeurs van diergeneesmiddelen, www.fidin.nl/688/default.aspx
3) Jongbloed et al, 2001; Snijdelaar M, Leijen C, Lambers J and Brandwijk T, 2006, Problematiek rond diergeneesmiddelen in oppervlaktewater, Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Rapport DK nr 2006/060.
4) CBS, 2012.

 
Foto: stg. Huize Aarde.