De meeste
groepen medicijnen worden gebruikt om het lichaam op een bepaalde manier te beïnvloeden, maar over het algemeen heeft een dergelijke stof ook andere dan de bedoelde gevolgen (zgn. bijwerkingen) op het lichaam. Om deze reden kan een medicijn tegenwoordig niet meer op de markt gebracht worden vóórdat het op werking en bijwerkingen getest is. Ook worden de gevolgen van bepaalde combinaties van medicijnen uitgetest. Om het aantal bijwerkingen tot een minimum te beperken, worden medicijnen verder alleen in een leeftijdsafhankelijke minimale dosis en gedurende een bepaalde tijd toegepast.
Eind 20e eeuw is aangetoond dat veel medicijnen, zoals
antibiotica,
cytostatica en hormonen, na het gebruik grotendeels onaangetast worden uitgescheiden en uiteindelijk via verschillende routes in bodem, oppervlaktewater, drinkwater en voeding terechtkomen, waar zij nog steeds biologisch actief zijn. Twee decennia later is het inzicht in het lot van het grote aantal medicijnen dat
in het milieu wordt aangetroffen aanzienlijk toegenomen.
Wanneer restanten van verschillende medicijnen via lucht, water en voedsel opnieuw bij mens, dier en plant terugkomen is er geen controle meer over de inname, combinatie, dosis en tijdsduur van blootstelling. De vraag is niet of, maar in welke mate de voortdurende inname van medicijnen (constante medicatie) via water en voedsel de gezondheid van organismen, waaronder de mens, beïnvloedt.
Aanpak van de medicijnvervuiling is een uitdaging voor onze samenleving, en biedt tevens
een kans voor de ontwikkeling van een
groene farmacie.
Foto antibiotica: Sparktography at www.Flickr.com