De onkosten van ziekten worden traditioneel berekend met de uitgaven voor medisch onderzoek en ziektebehandeling, en worden gebaseerd op gegevens van ziekteduur en de verloren levensjaren. Toch zijn er ook andere onkosten.
De kwaliteit van leven van (ex)(kinder)patiënten met kankers, chronische allergieën, gedragsveranderingen e.d. wordt niet alleen door de ziekte beperkt, maar door een complex van oorzaken en gevolgen. Bij langdurige ziekte en kwalen is sprake van een onherstelbare waardevermindering van de kwaliteit van leven en ontwikkeling.
Hierdoor maken de patiënt en de familie extra onkosten voor, bijvoorbeeld, aanpassingen in huis. Daarbij zijn er minder inkomsten door de lichamelijke en geestelijke beperkingen, en minder arbeids- en carrièremogelijkheden. Voor de samenleving komen daar de kosten bij voor speciaal onderwijs, onderzoek en opleiding van speciaal zorgpersoneel; toename van de verzekeringspremies, sociale uitgaven, belasting enz. Verder zijn er de onkosten voor herstel van water- lucht- en bodemvervuiling en de waardevermindering van de fysieke leefomgeving.
In een duurzame samenleving worden de lichamelijke, emotionele, intellectuele en sociale gevolgen voor een individu en een gemeenschap, en de eventuele milieukosten, als een onlosmakelijk geheel beschouwd. Bij vaststelling van de (mogelijke) gevolgen van chronische belasting door industriële stoffen worden al deze kostenposten in kaart gebracht. Hiervoor zullen geschikte, realistische, "meetinstrumenten" of indicatoren gevonden moeten worden.