knelpunten van milieunormering en milieumonitoring voor de aanpak van microverontreiniging
De vaststelling van milieunormen voor, en monitoring van, microverontreinigingen kent een aantal beleidsmatige, beheersmatige, en sociale knelpunten. Ten behoeve van een duurzaam risicobeheer kunnen deze knelpunten in veel gevallen vermeden worden door het voorzorgsprincipe toe te passen.
beleidsmatige knelpunten
De gehanteerde (drinkwater)normen voor microverontreinigingen liggen vanuit het ecotoxicologisch standpunt te hoog. Zo ligt de streefwaarde voor individuele stoffen van 0,1 μg/L voor veelvuldig in het milieu voorkomende synthetische stoffen met hormonale (neven)werking ver boven de laagste effectconcentratie; voor deze stoffen geldt zelfs geen minimumgrens voor een ecotoxicologisch effect.
Milieunormen voor moedermoleculen zouden ook moeten gelden voor de omzettingsproducten, omdat de werkzaamheid van moedermoleculen veelal (mede) is gebaseerd op de toxische werking van hun omzettingsproducten.
De kennislacune over de effecten van de vele duizenden industriële stoffen en hun biologisch actieve omzettingsproducten, met onbekende werkingsmechanismen en aangrijpingspunten in lichaamsprocessen en -structuren, is te groot.
Eenduidig dient te zijn op welke gronden milieunormen zijn gebaseerd: op gezondheidskundige gronden (verlies capaciteiten of overlijden), toxicologische gronden (acuut of chronisch), economische gronden (productie-/marktbescherming), of technische gronden (haalbare zuiverings- en detectielimieten). Ook bestaan er nog geen normen voor de analysetechniek, type toxicologische test (de resultaten van acute en chronische tests kunnen sterk verschillen), en testomstandigheden (zoals temperatuur, zuurgraad, combinatietoxiciteit).
Normen dienen milieu- en voedselketenbreed te zijn. Zowel bij normering en monitoring, als bij vervolgbeleid, dient rekening gehouden te worden met meerdere aanvoerroutes van stoffen, bijv. via voeding en lucht.
Een norm voor stoffen in drinkwater stelt eisen aan de zuiveringstechniek. Het stellen van een lagere norm betekent dat de effectiviteit van riool- en/of drinkwaterzuivering omhoog moet.
beheersmatige knelpunten
Normering en monitoring dient rekening te houden met variaties in aanvoer, blootstelling en gevoeligheid. Zo dient rekening gehouden te worden met extreme droge en natte perioden; met andere stressfactoren zoals andere stoffen, koude, voedselgebrek e.d.; met een additie- en synergetisch effect tussen verschillende stoffen en omzettingsproducten; en met gevoelige groepen als embryo’s, foetussen, juvenielen/kinderen, adolescenten, ouderen en zieken.
Ook in het milieu werken stoffen additief (bijv. de effecten van hormonen, antibiotica, NSAID-pijnstillers of bètablokkers zijn binnen de groep optelbaar); anderen versterken elkaars werking (synergetisch effect). Ondanks het feit dat microverontreinigingen veelal niet meetbare concentraties in het milieu voorkomen, dragen deze stoffen door hun combinatiewerking toch bij aan de totale toxiciteit. Normering dient om deze reden rekening te houden met de combinatie- of cumulatieve toxiciteit.
Omdat oplosbaarheid, persistentie, bioaccumulerend vermogen, en toxiciteit sterk afhankelijk zijn van de verschijningsvorm van het molecuul, is de waarde van monitoring onbekend.
Door de grote variaties in (lage) concentraties is intensieve monitoring vereist 1).
Het (eco)toxicologisch onderzoek dat voor het vaststellen van een norm nodig is, gaat te langzaam, is arbeidsintensief en gaat ten koste van het leed van proefdieren.
Goede meettechnieken ontbreken voor het vaststellen van gevolgen bij langdurige blootstelling en lage stofconcentraties.
sociale knelpunten
Een milieunorm is bedoeld om risico’s te beheren, maar dit betekent niet dat daarmee het vraagstuk duurzaam wordt opgelost. Zo is hercirculatie van waterstromen een veel gebruikte schijnmaatregel om milieuconcentraties naar beneden te brengen. Een norm voor vervuiling kan daardoor een schijnveiligheid creëren en de verantwoordelijkheid voor brongericht handelen verzwakken.
Drempelwaarden of milieunormen worden gehanteerd om waterbeheerders onder druk te zetten en maatregelen af te dwingen. Deze maatregelen bestonden tot op heden vooral uit verbeteringen in het zuiveringsproces. Normen zijn daarmee geen garantie voor duurzame, brongerichte en ketenbrede, maatregelen.
Het abstracte verschil tussen pico-, nano-, micro- en milligrammen per liter water of kilogram bodem of weefsel is niet duidelijk voor de overgrote meerderheid van de bevolking. Het gebruik van deze getallen kan onverschilligheid en paniek bevorderen.
Normen roepen controle, sanctiemechanismen, weerstand en ontduiking op; en zijn daarmee geen garantie voor duurzame, brongerichte en ketenbrede, maatregelen.
1) Ort et al 2010, Sampling for Pharmaceuticals and Personal Care Products (PPCPs) and Illicit Drugs in Wastewater Systems: Are Your Conclusions Valid? A Critical Review, Environ. Sci. Technol., 2010, 44 (16), pp 6024–6035.