de casus thalidomide
 

thalidomide
Het medicijn thalidomide heeft een breed biologisch activiteitsspectrum. Het middel werd aanvankelijk als slaapmiddel gebruikt. Tussen 1957 en 1961 werd het (onder de naam Softenon) ook tegen ochtendmisselijkheid voorgeschreven aan zwangere vrouwen. Het middel bleek de ongeboren vrucht aan te kunnen tasten, waardoor het bij ongeveer 12.000 kinderen misvormingen heeft veroorzaakt en het van de markt werd gehaald1). Sindsdien zijn met het middel andere gunstige werkingen ontdekt, ondermeer voor de behandeling van lepra (1964), AIDS-complicaties (1989), en beenmergkanker (1994)2).
 
Tijdens een modelmatige voorspelling van de werkzaamheid van het thalidomide-molecuul op basis van de molecuulstructuur (Prediction of Activity Spectra of Substances, PASS) zijn in totaal 43 (neven)effecten gevonden (met een werkingskans van 30% en hoger, Pa > 0,3), zie tabel3). De 14 vetgedrukte effecten zijn reeds bekende effecten, de overigen 29 onbekende effecten, waaronder mogelijk nuttige toepassingen kunnen zitten. Had men deze voorspelling kunnen doen voordat het middel op de markt kwam, dan had men kunnen weten dat het middel niet alleen 60,3% kans heeft dat het slaapverwekkend werkt, maar ook een vergelijkbare kans (61,9%) dat het tevens schade veroorzaakt aan de ongeboren vrucht (teratogeen effect).
 
Met de PAS-database kunnen in een kwestie van enkele uren duizenden moleculen op (bij)werking gescreend worden. Een dergelijke SAR-database zou ook voor milieueffecten (toxiciteit, persistentie, bioaccumulerend vermogen) ingezet kunnen worden.


Tabel: voorspelde neveneffecten van thalidomide (naar Poroikov & Filimonov 2005)


1) Bron in Poroikov V and D Filimonov 2005, PASS: Prediction of Biological Activity Spectra for Substances, in: Helma Ch (Ed) 2005, Predictive Toxicology, Marcel Dekker, New York, p 459-478.
2) www.wikipedia.org 12.02.1012; www.apotheek.nl 12.02.1012.
3) Poroikov V and D Filimonov 2005.