Door middel van biotechnologie worden, op basis van aminozuren en eiwitten, zgn. biofarmaceutica (ook: biologische of biobased (design)medicijnen, of biologicals) ontworpen of nagemaakt die tegelijk minder (schadelijke) restproducten genereren. Ze worden vervolgens door middel van zgn. recombinant-DNA-technologie vermeerderd door het plaatsen van een specifiek gen in het DNA van de gastcel, bijvoorbeeld een bacterie of plant. Enkele honderden biofarmaceutica zijn reeds op de markt, zoals recombinant insuline (sinds 1982), interferon of erythropoëtine. Verwacht wordt dat komende jaren de helft van alle nieuwe medicijnen uit biofarmaceutica zal bestaan 1). Een groot voordeel van biofarmaceutica is dat geen fossiele (olie) maar hernieuwbare grondstof (levende biomassa) wordt gebruikt. Tijdens productie ontstaat minder afval, en afval wordt sneller opgenomen in de stofkringloop. |