Management van grotere wilde dieren vraagt ook om management van mensen
Samenvattend overzichtsartikel, 28 november 2018
Door Alfons Uijtewaal en Margarita Amador, Stichting Huize Aarde*
Niet alleen binnen de wildrasters van de Oostvaardersplassen of Veluwe, maar ook daarbuiten wordt het beheer van grote wilde dieren meer en meer een maatschappelijke aangelegenheid. De safariparkachtige opzet, waar van origine inheemse dieren achter een raster worden gehouden, botst met een toenemende wens in onze eigen omgeving wilde natuur te kunnen beleven. Binnen parken moeten aantallen worden gecontroleerd, raken populaties geïsoleerd zodat inteelt ontstaat, en wordt natuurlijke predatie bemoeilijkt.
Wilde kat (foto: Stg. Huize Aarde)
Intussen krijgt Europa, en daarmee ook Nederland, mede als gevolg van de Europese wetgeving in toenemende mate te maken met grotere wilde dieren. Edelhert, damhert, eland, wild zwijn, wolf, lynx, goudjakhals, vos, das, bever, otter en wilde kat, ze zijn allemaal met een opmars bezig. Ze bewegen zich vrijelijk door het cultuurlandschap en zijn vaak een bron van onrust en conflicten, veelal voortkomend uit onkunde.
Grijze wolf (foto: Stg. Huize Aarde)
Inbreng vanuit menswetenschappen
In een tijd dat emotie en ongenuanceerde opinie via sociale media bedachtzame besluitvorming verder onder druk zetten, is beleidsvorming meer dan ooit gebaat bij een inbreng vanuit de wetenschap. Met name wanneer het diersoorten betreft die vele mensen aanspreken of angst aanjagen en een groter maatschappelijk conflictpotentieel bezitten omdat ze ook vee doden, cultuurgewassen vernielen, dijken verzwakken, of ziekten overbrengen. Dan is niet alleen inbreng gewenst vanuit de gangbare kennisgebieden zoals ecologie, diergeneeskunde en microbiologie. Ook menswetenschappen, als sociologie, psychologie, economie, filosofie en ethiek, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan bemiddeling tussen belangen, verandering van routines, kosten-batenanalyses, en benutting van economische kansen.
Voor een goede besluitvorming dienen belangenorganisaties en politici toegang tot afgewogen en actuele kennis te hebben. Selectief gebruik, misinterpretatie of negatie van kennis veroorzaakt onenigheid tussen belangengroepen en gaat ten koste van wederzijds vertrouwen. Groepen nemen onoverbrugbare posities in. Uit de Oost-Duitse ervaring rond de terugkeer van de wolf blijkt dat dure voorlichtingscampagnes daar niets meer aan kunnen veranderen.
Grensoverschrijdend
Om ervaringen uit te wisselen, de nodige kennis binnen te halen en belangen zorgvuldig af te kunnen wegen, zijn breed opgezette regionale grensoverschrijdende overlegorganen nodig. Deze netwerken zouden kunnen bestaan uit vertegenwoordigers van belangengroepen uit land-, tuin-, bosbouw, veeteelt, faunabeheer, terreinbeheer, verkeersveiligheid, dier- en volksgezondheid, recreatie en toerisme, aan beide zijden van de landgrens. Gezamenlijk kan men de dieren tellen, nieuwe kennis duiden, beleid afstemmen, overheden en politici van adviezen voorzien, tussen belangengroepen bemiddelen, en publieksvoorlichting verzorgen.
Nulstand loslaten
Een onderwerp dat door dergelijke regionale overlegorganen onder de loep genomen kan worden is het nulstand-beleid voor wilde zwijnen en edelherten buiten de reservaten. Om meerdere redenen lijkt dit beleid z’n langste tijd te hebben gehad. Ten eerste is nulstand dweilen met de kraan open. Vanuit reservaten, gedooggebieden en buurlanden bevolken de dieren het rest van het land. Daarnaast gaat nulstand uit van een natuur die alleen in reservaten bestaansrecht heeft; het geeft de boodschap af dat wilde dieren zonder de mens niet kunnen overleven.
Bovenal staat nulstand haaks op het Europese beleid om grote predatoren als de wolf en de lynx te beschermen. Eliminatie van edelhert en wild zwijn betekent dat het natuurlijke basismenu van beschermde predatoren wordt weggenomen. Dit is niet in de geest van internationaal gemaakte afspraken (habitatrichtlijn), en kan predatie van vee juist bevorderen. In het beleid dienen predatoren en hun natuurlijke prooidieren als één samenhangend verschijnsel beschouwd te worden.
Tenslotte, nulstand reduceert de omgang met wilde dieren tot beheer met het geweer. Dit remt ontwikkeling van schadepreventie. Hier ligt met de huidige technologie een pallet aan mogelijkheden op (door)ontwikkeling en uitrol te wachten. Technieken die, na bewezen succes, wereldwijd geëxporteerd kunnen worden.
Samengevat, de omgang met grote wilde dieren vraagt om een samenhangende beleidsvorming en zorgvuldig gestructureerde belangenafweging, mede op basis van inbreng vanuit de menswetenschappen.
* De auteurs zijn medewerkers van Stichting Huize Aarde, een organisatie die zich sinds 1992 inzet voor duurzame ontwikkeling. Om de te ervaren hoe de bevolking en deskundigen tegen de terugkeer van grote wilde dieren aankijken hebben zij tussen 2015 en 2018 studiereizen gemaakt naar Oost-Duitsland en Noord-Spanje. In 2021 namen zij het initiatief voor een Nederlands-Duits Interreg-project voor kennisuitwisseling rond de terugkeer van de Wolf.