bestrijdingsmiddelen (pesticiden)
 
Pesticiden werken niet alleen tegen planten en dieren; ook de mens is gevoelig voor deze industriële stoffen. Zowel thuis, op het werk, in het restaurant, als in het ziekenhuis, krijgen wij met de voeding en drank bestrijdingsmiddelen binnen. Een eigenschap van veel pesticiden is dat ze zich ophopen in planten en dieren, waaronder de mens, en in uiterst lage concentraties belangrijke lichaamsprocessen (zoals de groei, weerstand en voortplanting) kunnen verstoren.
 
Een groot aantal pesticiden is in ons lichaam werkzaam als natuurlijke hormonen en worden pseudo-hormonen genoemd. Kleine hoeveelheden hiervan kunnen onomkeerbare schade veroorzaken, vooral tijdens de zwangerschap. Kinderen lopen een grotere kans op geboorteafwijkingen, hersenkanker en leukemie, wanneer de ouders voor en tijdens de zwangerschap in contact komen met pesticiden. Er bestaat een direct verband tussen acute beenmergleukemie bij kinderen en bestrijdingsmiddelengebruik1).

De moeder van dit misvormde meisje (waterhoofd) woont in een gebied waar veel met pesticiden wordt gespoten. In dit gebied is het aantal kinderen met misvormingen sterk gestegen.

 
Aan deze onverwachte lange termijn effecten van bestrijdingsmiddelen wordt weinig aandacht besteed. Ook is onbekend wat de sociale, economische en ecologische schade van pesticiden is.

1) Schettler T. et al, 1999, Generations at Risk, Reproductive Health and the Environmnet, MIT Press, Cambridge, Massachusetts.

Foto’s: Stg. Huize Aarde