Verschillende soorten micro-organismen maken verschillende soorten gifstoffen, die door de mens als antibioticum worden gebruikt:
1. Gifstoffen van bol-, staaf- en spiraalvormige bacteriën |
|
2. Gifstoffen van draadvormige bacteriën Draadvormige bacteriën (actinomyceten) zijn bacteriën die voornamelijk in de grond leven. Deze groep bacteriën neemt 10 tot 33% van alle bacteriën in de bodem en in rottend organisch materiaal voor hun rekening. Ze worden ook in de slijmvliezen van het menselijk lichaam (mond, darm) aangetroffen. Draadvormige bacteriën maken een groot aantal soorten gifstoffen, waaronder vele die gebruikt worden als antibioticum. Enkele voorbeelden hiervan zijn gentamicine, neomicine, chlooramfenicol en tetracycline. Deze gifstoffen remmen de groei van veel soorten bacteriën (breedspectrum antibiotica). Foto: Streptomycessoort |
|
3. Gifstoffen van schimmels Schimmels leven overal, bijvoorbeeld in de bodem, op en in dood (vooral plantaardig) materiaal en in het spijsverteringskanaal. De gifstoffen die worden gemaakt door schimmels lijken chemische veel op die van bacteriën. Enkele voorbeelden van door schimmels gemaakte gifstoffen zijn penicilline (gemaakt door Penicillinum notatum), cefalotine (gemaakt door Cephalosporium soorten), griseofulvine (gemaakt door Penicillium griseovulvum). Deze gifstoffen doden veel soorten bacteriën door de celwand aan te tasten (breedspectrum antibiotica). Foto: sporevorming bij een Penicillumsoort |