antibiotica(resistentie) in de bodem (landbouwgebied)
|
In de bodem leven duizenden soorten bacteriën, schimmels en andere micro-organismen die verantwoordelijk zijn voor de kringloop van organisch materiaal, waardoor voedingsstoffen voor planten vrijkomen. Antibiotica en andere gifstoffen kunnen deze belangrijke bodemfunctie beïnvloeden. In 1993 werd geschat dat wanneer alle in de Nederlandse veeteelt gebruikte antibiotica worden verspreid over de twee miljoen hectaren agrarisch grondgebied, jaarlijks gemiddeld 130 mg antibiotica per vierkante meter in de bodem terechtkomt 1). Sindsdien is het veterinair antibioticagebruik in Nederland bijzonder hoog gebleven. Desondanks is weinig onderzoek uitgevoerd naar antibiotica en antibioticaresistentie in de Nederlandse bodem. Pas in 2009 werden hoge concentraties (3-5 mg/kg) antibiotica (tetracyclinen, sulfonamiden en quinolonen) in diermest aangetoond. Ook vond men in bemeste akkers hogere concentraties antibioticaresistente bacteriegenen dan in onbemeste bodems. Deze concentraties nemen na bemesting toe en na een maand zijn de resistente genen nog steeds aanwezig 2). Analyse van lang bewaarde bodemmonsters laat zien dat antibioticaresistentie in de Nederlandse landbouwgrond de laatste dertig jaar sterk is toegenomen 23). De bodem is daarmee een reservoir voor verhoogde antibioticaresistentie.
|
Tetracyclinen zijn de meest gebruikte antibiotica in de agrarische sector. In de bovenlaag (0-30 cm) van agrarisch land werd in Duitsland tot ongeveer 300 microgram/kg tetracycline en 40 microgram/kg chlortetracycline gemeten 3). Ook in andere studies werden dergelijk hoge concentraties gevonden 4). Eenmaal in de bodem worden tetracycinen door hydrolyse en bacteriële activiteit gedeeltelijk afgebroken, maar deze polaire moleculen binden zich direct aan organisch materiaal en kleimineralen in de bodem. Hun sterke ionbinding beschermt hun molecuulstructuur tegen afbraak 5). In gebonden vorm kunnen ze zich tot jaren in de bodem handhaven 6). In tegenstelling tot andere antibiotica is bij oxytetracycline geen bodemtransport gemeten 7). In 220 dagen heeft de stof zich niet meer dan 2 tot 4 centimeter in het sediment verplaatst 8). Tetracyclinen komen daardoor relatief weinig in oppervlakte en grondwater terecht 8). Een omzettingsproduct van tetracycline, anhydroteracycline, is mobieler dan het moedermolekuul. Ook is het voor bacteriën even giftig 10). Het lot van omzettingsproducten is nog niet of nauwelijks in het milieu onderzocht.
Sulfonamiden zouden zich, in tegenstelling tot tetracyclinen, slecht aan de bodem binden, en daardoor sneller over het milieu verspreiden 11). Ook zouden zij sneller worden afgebroken 12). Andere onderzoeksgroepen laten echter met radioactief gelabelde sulfonamiden zien dat ook deze antibiotica zich grotendeels (93%) onlosmakelijk aan bodemdeeltjes binden. Slechts 5% van de sulfonamiden blijft vrij in de bodem achter en kan in het grondwater terechtkomen. De rest wordt opgenomen door planten (0,1%) en bodemdieren als wormen (1%) 12a) .
gevolgen voor soortdiversiteit
De gevolgen van toegevoegde antibiotica aan de bodem hangt af van het type bodem, de gebruikte antibiotica en hun concentraties d). De lozing van grote hoeveelheden tetracyclinen, sulfonamiden en andere antibiotica via de mest heeft gevolgen voor de samenstelling van de bacteriegemeenschap in de bodem 13). De bodemgemeenschap blijkt in staat te zijn zich aan te passen. In een onderzoek herstelde de soortdiversiteit zich binnen 15 dagen tijdens de toediening van een antibioticum; in een ander onderzoek na 48 dagen 27). Dit betekent niet dat er geen effect meer is; de plekken van verdwenen soorten worden door andere soorten overgenomen. De soortsamenstelling verandert dus wel langdurig 28).
gevolgen voor bodemfuncties
Het meeste onderzoek naar gevolgen van antibiotica voor de stoffenkringloop is uitgevoerd met onrealistisch hoge concentraties (milligrammen/kg), maar ook bij lage concentraties zijn effecten waargenomen. In een proef waarin aan een bodem tien microgram tetracycline per kilo werd toegevoegd, was de natuurlijke afbraak door micro-organismen gedurende acht weken beduidend lager. Hoe hoger de concentratie van het antibioticum hoe langer de natuurlijke afbraak werd verstoord 14). Bij 1 milligram/kg (lager werd niet gemeten) sulfadiazine werd de bodemademhaling (maat voor bacteriële activiteit) vertraagd 16). In concentraties van ongeveer 100 microgram/kg remmen de sulfa’s sulfadiazine, sulfapyridine en sulfadimidine de bacteriële enzymen die verantwoordelijk zijn voor ijzerreductie 17). Door de grote massa en de grote hoeveelheid soorten bacteriën in de bodem, is een totaaleffect op het natuurlijke afbraakproces vooralsnog onduidelijk 15). Bovendien lijken bodemfuncties zich op den duur te herstellen door aanpassing van de bodemgemeenschap 27).
gevolgen voor landbouwgewassen
Lage concentraties (10 microgram/Kg) oxytetracyclinen in de bodem kunnen ook landbouwgewassen als tarwe en koolzaad in hun groei remmen 18), maar verschillende onderzoeksresultaten lijken zich vooralsnog tegen te spreken 19). Verder worden antibiotica door landbouwgewassen opgenomen en komen daarmee in de voeding van mens en dier terecht.
gevolgen voor resistentieverspreiding
De belangrijkste bron voor resistentie in de bodem is de toevoer van mest waarin bacteriën en hun mobiele en persistente genenpakketjes (plasmiden, integrons e.d.) zitten die tijdens de behandeling van de dieren met antibiotica resistent zijn geworden 20). In de bodem leven weliswaar van nature vele soorten bacteriën en schimmels die zelf antibiotica aanmaken om zich tegen bepaalde bacteriesoorten te verdedigen. Als reactie daarop hebben deze micro-organismen in hun genen gedurende hun lange bestaan op aarde honderden verschillende combinaties van resistenties tegen meerdere antibiotica opgebouwd 21). Echter, in de bodem zijn de natuurlijke antibioticaconcentraties en de verspreiding van resistenties over individuen en soorten beperkt. Door het antibioticagebruik en vervolgens verwerking van de onbewerkte mest met resistent geworden bacteriën en hun genen in de bodem, bevordert de mens toename en verspreiding van resistenties bij micro-organismen in de bodem 22). Analyse van bacterieel DNA in oude monsters landbouwgrond van vijf verschillende locaties (in goed bewaarde bodemmonsters wordt DNA lang geconserveerd) laat zien dat resistentie tegen achttien verschillende antibiotica, met name tegen tetracyclinen en penicillinen (beta-lactamase), in de Nederlandse bodem sinds 1940 significant is toegenomen, zie de diagram hieronder 23). Deze sterke toename van tetracyclineresistentie loopt synchroon met de sterke toename in het gebruik van tetracyclinen in de veeteelt. Daarentegen loopt de sterke toename van beta-lactamasen niet synchroon met het vrijwel gelijk gebleven veterinair gebruik van penicillinen (en de vergelijkbare cefalosporinen).
Diagram 1. Resistentietoename in Nederlandse landbouwgrond 1940-2008 23)
Met het gebruik van antibiotica vergroot men de kans dat ook ziekteverwekkende bacteriën deze resistentiemechanismen inbouwen. Aangetoond is dat integrons van bodembacteriën die resistent zijn tegen tetracyclinen over kunnen gaan op micro-organismen die bij vee en mens ziekten kunnen veroorzaken 24). Onduidelijk is hoe snel na beëindiging van het antibioticagebruik de antibioticaresistentie in de bodem weer tot een natuurlijk niveau terugkeert. Een Deense onderzoeksgroep vond in het laboratorium dat het niveau van tetracycline-resistentiegenen zich na ruim zeven maanden herstelde 25). Een andere Deense onderzoekgroep zag in een veldstudie dat de resistentie zich binnen vijf maanden herstelde 26).
kennisbehoefte
- Onderzoek wordt veelal met hoge concentraties en met een of enkele antibiotica gedurende een relatief korte periode uitgevoerd. In die periode neemt de toegediende concentratie van het antibioticum snel af. In de landbouw worden echter meerdere antibiotica tegelijk regelmatig en jaren achtereen in de bodem gebracht. Langdurig onderzoek is noodzakelijk om de lange termijn effecten van antibiotica in de bodem te leren kennen 27).
- Kunnen aan bodemdeeltjes gebonden antibiotica op den duur weer vrijkomen?
- Het lot, waaronder de toxiciteit, van omzettingsproducten van antibiotica in de bodem en in andere milieucompartimenten dient onderzocht te worden.
- Wat zijn de mogelijke gevolgen van een andere soortsamenstelling in de bodem; wat betekent dit bijvoorbeeld voor de verspreiding van ziekten en resistenties?
- Wat zijn de reële routes waarlangs antibioticaresistentie vanuit de bodem weer bij mens en dier terugkomen en hoe groot is de kans op effectieve overdracht van de resistentie?
> antibiotica in water, bodem en lucht (startpagina)
1) Van Gool 1993 in Halling-Sørensen et al 1998, Occurrence, Fate and Effects of Pharmaceutical Substances in the Environment – A Review, Chemosphere Vol. 36(2)357-393.
2) Schijndel van J et al 2009, Antibiotica in de bodem. Een pilotstudie. Rapport PP8348, stichting Kennisoverdracht en kennisontwikkeling Bodem, SKB.
3) Hamscher G et al 2005, Different behaviour of tetracyclines and sulfonamides in sandy soils after repeated fertilization with liquid manure, Environ Tox and Chem 24(4)861-868.
4) Schmitt H and J Römbke 2008, The ecotoxicological effects of pharmaceuticals (antibiotics and antiparasiticides) in the terrestrial environment - a review, in Kümmerer K (Ed) 2008, Pharmaceuticals in the Environment: Sources, Fate, Effects and Risks, Springer.
5) Halling-Sørensen et al 2002b in Thiele-Bruhn S, 2003, Pharmaceutical antibiotic compounds in soils- a review, J. Plant Nutr. Soil Sci. 166, 145-167.
6) Midtvedt in Kümmerer K (Ed) 2001, Pharmaceuticals in the Environment: Sources, Fate, Effects and Risks, Springer; van Gool 1993 en Höper et al 2002 in Thiele-Bruhn S 2003; Kay et al 2004 in Boxall ABA et al 2006, Uptake of veterinary medicines from soils into plants, J Agric Food Chem 45:2288-2297.
7) Rabolle en Spliid 2000 in Thiele-Bruhn S, 2003.
8) Samuelsen et al 1992 in Thiele-Bruhn S, 2003.
9) Thiele–Bruhn S 2003; Kim S and Carlson K 2005, LC–MS2 for quantifying trace amounts of pharmaceutical compounds in soil and sediment matrices, Trends in Analytical Chemistry, 24(7).
10) Halling-Sørensen et al 2002, Toxicity of tetracyclines and tetracycline degradation products to environmentally relevant bacteria , including selected tetracycine-resistant bacteria, Arch EnvironContam Toxicol 42:362-271.
11) Kim S and K Carlson, 2005.
12) Boxall ABA et al 2003, Veterinary medicines causing environmental risks? Environ Sci Technol 37:286A-294A.
12a) Heise J et al 2006, Chemical and biological characterization of non-extractable sulfonamide residues in soil, Chemosphere 65:2352-2357.
13) Thiele-Bruhn S and I C Beck 2005, Effects of sulfonamide and tetracycline antibiotics on soil microbial activity and microbial biomass, Chemosphere, 59(4):445-465; Schmitt H and J Römbke 2008; Gielen, GJHP, 2007, The fate and effects of sewage-derived pharmaceuticals in soil, PHD thesis University of Canterbury.
14) Höper et al 2002 in Thiele-Bruhn S, 2003.
15) Boxall et al, 2004; Schmitt H et al 2006, Tetracyclines and Tetracycline Resistance in Agricultural Soils: Microcosm and Field Studies, Microbial Ecology, 51:267-276
16) Zielezny et al 2006 in Schmitt H and Römbke 2008.
17) Thiele-Bruhn 2005 in Schmitt H and Römbke 2008.
18) Boleas et al 2005b in Schmitt H and J Römbke, 2008.
19) Fernández et al 2004 in Schmitt H and Römbke 2008.
20) Schmitt H et al 2006.
21) D’Costa VM et al 2007, Sampling the antibiotic resistome, Science 311:374-377.
22) Meerdere bronnen in Schmitt H and Römbke 2008.
23) Knapp CW et al 2010, Evidence of increasing antibiotic resistance gene abundances in archived soils since 1940, Environ Sci Technol 44:580–587.
24) Agersø Y and Sandvang D 2005 in Schmitt H and Römbke 2008.
25) Agersø Y et al 2006 in Schmitt H and Römbke 2008.
26) Singeløv et al 2003 in Schmitt H and Römbke 2008.
27) Meerdere bronnen in Ding Ch and J He 2010, Effects of antibiotics in the environment on microbial populations - mini-review, Appl Microbiol Biotechnol 87:925-941.
28) Westergaard et al 2001 in Ding Ch and J He 2010.
Foto bodem: stg. Huize Aarde